Historie

Lijm & Cultuur heeft een rijke historie. In 1885 richtte Jacob Cornelis van Marken – bekend van de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek en de Nederlandsche Oliefabriek (NOF) – op het stuk terrein tussen de Rotterdamseweg en de Schie een lijm- en gelatine fabriek op. De fabriek doorstond oorlogen, crisissen, sociale veranderingen en een explosie, maar stopte, mede daartoe gedwongen door de BSE crisis, in 2002. Op het terrein en in de overgebleven monumentale panden voltrekt zich sinds 2003 echter een bijzondere transformatie: van de productie van gelatine en lijm naar de productie van cultuur.

Pionieren

“Toen ik in 2006 een atelier kon huren bij de oude Lijmfabriek had ik geen flauw idee wat Antoinette Wijffels en Rob van Koppen met dat immense terrein en die oude gebouwen van plan waren. Ze brachten hun plannen enthousiast; hun ideeën over ‘cultuur als motor achter innovatie’ klonken veelbelovend, maar … wat voor beelden moest je hebben bij de transitie van zo’n oud industrieel complex? Wat zou je er kunnen doen? Ik kon me er nog niet zoveel bij voorstellen. Was de Westergasfabriek in Amsterdam een mooi voorbeeld? Zou het een goede werkplek zijn voor mij? Kon ik niet beter thuis op zolder blijven schrijven?

Gelukkig kreeg ik een paar maanden later een inkijkje wat er mogelijk zou kunnen zijn op deze plek. Op een gure winteravond beklom ik de trappen naar de derde verdieping van het laboratoriumgebouw. Daar was een besloten feest van Het Zingend Hart, het Delfts-Leidse kamerkoor dat haar jubileum vierde. Ik mocht de wereldpremière van mijn liedtekst ‘Zie de mannen smachten,..’ bijwonen. Bariton Jaap de Jong – in het dagelijks leven Professor Journalistiek & Nieuwe Media in Leiden – hield een korte toespraak en kondigde de wereldpremière van mijn lied aan. De dirigente tikte af en de dames zongen de eerste frases: “Zie de mannen smachten / Hoor de mannen fluiten / Voel de mannen kijken…” Verguld verliet ik het pand waar ooit van beenderen lijm werd geproduceerd en nu zo ogenschijnlijk simpel – door een listige, betaalbare metamorfose van de ruimte – cultuur kon worden gesnoven. Dat smaakte naar meer!

Vijf maanden later betrok ik mijn atelier aan de Rotterdamseweg 270, vanwaar ik prachtig zicht heb op de talrijke evenementen die hier plaatsvinden of de witte limousines die het terrein oprijden omdat een bruidspaar er zo graag gefotografeerd wil worden. De olifanten van Renz, de band van Roel van Velzen, de werknemers van NEN, vrachtwagenchauffeurs van Rollema, gedistingeerde leden van de Porsche Club, de muur van Pink Floyd vol hallucinerende projecties, studenten bungee jumpend aan een hijskraan. De meest bizarre taferelen hebben zich voor het venster van mijn Schrijfpaleis afgespeeld.”

Jan van der Mast, huurder van het eerste uur
(volledige artikel gepubliceerd in L&C Image, 2013)